3D Printen ontwerpgids
Ontwerpbeperking
Minimale wanddikte - 0,8 mm.
Gatdiameter vanaf 2 mm (voor kritieke gaten is het het beste om met een kleinere diameter te printen en tot de gewenste maat te boren).
Houd een tolerantie van 0,85 mm aan om onderdelen in elkaar te kunnen passen/plaatsen.
Het is aangeraden het ontwerpen van je eigen prototype tot kleine filets toe te voegen op de hoeken naar laag distributie te verbeteren en de algehele sterkte.
Overhangen van meer dan 45 graden zullen ondersteuning nodig hebben.
Laaghoogte - oppervlakresolutie
3D printen is een additieve methode objecten te vormen. Ongeacht de gebruikte technologiewordt er altijd een laag op een andere toegevoegd. Bij FDM 3D printen kunnen we de dikte van de lagen bepalen. Het veranderen van de dikte beïnvloed de snelheid van het printen en ook het uiterlijk van het oppervlak. Een goede prijs-kwaliteitverhouding wordt bij 200 micron bereikt.
Afbeelding 1. Laaghoogte van links naar rechts (100, 200, 300 micron)
Hoe dunner de lagen hoe duurder wordt het resultaat, omdat de 3D printer langer door moet werken. In 90% van de gevallen adviseren wij voor de 200 micron laagdikte te kiezen. Als u op de hoogste oppervlaktekwaliteit uit bent, dan kan het verstandig zijn de MJF technologie te overwegen. Bij een krap budget is 100 micron een goed compromis tegenover de MJF oppervlaktekwaliteit.
Een tip: als u van plan bent van PETG-CF of van PA6-CF, te printen en als uw 3D model geen tekst en geen kleine details bevat, dan kunt u kosten van u project besparen door voor 300 micron te kiezen, zonder veel oppervlaktekwaliteit te verliezen. De reden daarvoor is dat koolstofvezeldeeltjes de zichtbaarheid van de geprinte lagen verkleineren, zodat er maar weinig verschil tussen 200 en 300 microns zichtbaar blijft.
Wat is infill in 3D printen?
In 3D printing bepaalt de infill parameter hoe stevig uw model zal zijn. Bij gebruik van FDM machines moeten we aangeven hoe dik de wanden van het object worden. Dat geven we aan in zogenaamde perimeters. In de meeste gevallen printen we met drie perimeters, en alles binnen deze perimeters wordt infill genoemd. In de afbeelding onderaan zijn objecten van 40x25 mm met drie perimeters en verschillende infill waardes getoond. In dit voorbeeld is elke perimeter 0,4 mm dik, wat een totale wanddikte van 1,2 mm oplevert.
Afbeelding 2. Infill van rechts naar links (20%, 30%, 40%, 60%, 80%, 100%)
Hoe de juiste infill kiezen?
Een lage infill te gerbruiken is een goede manier projectkosten te besparen. Als uw onderdeel niet bedoeld is voor mechanisch gebruik en niet extra stevig hoeft te zijn maar eerder voor visuele toepassingen of een prototype is, dan adviseren we een infill van 20-30%. Voor mechanische prototypes en voor 3D geprinte werktuig, jigs en fixtures is 40% een goed startpunt stevige langlevende 3D geprinte objecten te produceren.
Voor TPU of TPE-elastomeren zal de infill bepalen hoe elastisch het resultaat wordt. Als u op een maximaal elastisch gevoel uit bent, blijf dan bij 20%-30%. Als u iets hards nodig hebt zoals schoenzolen of rubberen voetjes, kies beter voor een hogere infill.
Voorbeeld van infill (simulatie)
Hier tonen we een simulatie van infill op een echt 3D model. Infill is weergegeven in het geel.
3D models being used from thingiverse.com